Bron: GO!Zine

Revolutionair onderwijsprogramma voor de maakindustrie

Om de regio Noord- en Midden-Limburg een economische en innovatieve boost te geven, hebben Gilde Technische School, Fontys Hogescholen, 11 maakbedrijven en de provincie de krachten gebundeld in het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Maak | Smart Industrie. Door studenten bij hun toekomstige werkgever op te leiden, willen zij de kloof tussen techniekonderwijs en beroepspraktijk dichten en beter inspelen op de vraag naar goed gekwalificeerde technici. Ook bij Abrahams Metaalbewerking in Weert zijn de verwachtingen hooggespannen.

Het vak techniek mag dan voorzichtig aan populariteit winnen, de maakindustrie schreeuwt nog steeds om vakmensen. Ook in onze Limburgse regio blijft de vraag naar jonge, goed opgeleide technici onverminderd groot. “We vinden ze niet. En áls we een kandidaat hebben, voldoet die meestal niet aan wat er op de werkvloer van hem wordt gevraagd. De beroepsopleiding sluit onvoldoende aan bij wat het bedrijfsleven anno 2019 nodig heeft”, vertelt Richard Cornet, CEO van Abrahams Metaalbewerking. Zelf is het Weerter maakbedrijf op zoek naar 3 nieuwe krachten. Dat lijkt misschien weinig, maar op een personeelsbestand van 15 medewerkers is dat een uitbereiding van maar liefst 20 procent. Om maar aan te geven hoe hoog de personele nood is.

Lees hier het gehele artikel.

Antoine Wintels nieuwe voorzitter Crossroads Limburg

Nieuwe voorzitter gaat zich inzetten voor een sterke regionale samenwerking

Per 1 januari wordt Antoine Wintels aangesteld als de nieuwe voorzitter van Crossroads Limburg. Hij volgt daarmee ad interim voorzitter Stephan Satijn op. De nieuwe voorzitter heeft de opdracht om de regionale Triple Helix samenwerking verder te versterken. Crossroads Limburg is de afgelopen drie jaar ontwikkeld tot hét regionale orgaan waarin de belangrijkste economische sectoren binnen het bedrijfsleven in Noord Limburg, alsmede onderwijsinstellingen en overheden zijn vertegenwoordigd.

Ervaren bestuurder in Triple Helix verband
Met Antoine Wintels haalt Crossroads Limburg een ervaren bestuurder binnen. Hij was onder andere jaren lang bestuurder bij de Kamer van Koophandel Noord- en Midden-Limburg en bestuurder bij SNS Bank. Sinds 2010 is hij bestuurder van het Summa Collega in Eindhoven waar hij eind deze maand afscheid neemt. Daarnaast vervult hij diverse bestuurders- en adviesrollen waaronder bij Brainport Eindhoven en Rabobank Horst-Venray. Wintels toont daarmee aan over een brede bestuurlijke ervaring te beschikken en een sterke binding te hebben met de regio Noord-Limburg.

Antoine Wintels kijkt ernaar uit om aan de slag te gaan: ‘ik kijk er enorm naar uit om aan de slag te gaan als voorzitter van Crossroads Limburg. De komende jaren wil ik mij met alle partijen inzetten voor een positieve en duurzame economische ontwikkeling voor alle economische sectoren in Noord-Limburg. Ik verwacht dat mijn netwerk in de regio, maar ook in Eindhoven, hierin zeker goed van pas gaan komen!’

Over Crossroads Limburg
Crossroads Limburg (voorheen Economic Development Board) is opgericht om voor Noord-Limburg een gezamenlijke regionale economische agenda te ontwikkelen om nationaal en internationaal meer impact te kunnen maken en daarmee de regio toekomstbestendig te maken.

Ondernemer in de spotlight: Ralph Coenen, Vitacress Real

Hij woonde zeven jaar in Amsterdam, directeur Ralph Coenen van het Venlose Vitacress Real, en de drive die hij daar voelde, voelt hij eveneens in de regio Venlo. “We hebben als regio het goed voor elkaar, hebben een goed verhaal, maar dat moeten we wel beter vertellen.”

Vitacress Real werd in 2013 opgericht en heeft zich gespecialiseerd in het telen, vermarkten en verpakken van kruiden voor supermarkten en foodbedrijven in een groot deel van Europa. Het bedrijf maakte de afgelopen jaren een flinke groei door, gemiddeld 65 procent per jaar. Inmiddels werken er 150 medewerkers – 120 in de productie en 30 op kantoor – en nog eens 300 bij diverse teeltbedrijven.

Natuurlijke smaakmakers
Die teeltbedrijven liggen op diverse locaties, om zo optimaal mogelijk aan de vraag te kunnen voldoen, vertelt Ralph Coenen. “Vanwege de buitenteelt hebben we te maken met wisselende weersomstandigheden. Maar we willen wel kwaliteit bieden, altijd.” Bij de producten van Vitacress gaat het om zakjes, bakjes en pakketjes verse kruiden zoals peterselie, bieslook, munt en basilicum. Die worden op maat verpakt, conform de wensen van de klant. “Die dat weer afstemt op de consument”, legt Coenen uit. “Mensen kiezen voor verse kruiden vanwege het gezondheidsaspect maar ook een beetje uit luxe. Ze willen zout vervangen door natuurlijke smaakmakers. Aan ons om op die vraag in te spelen, maar daarnaast de consument tevens beter bekend te maken met het gebruiken en toepassen van kruiden.”

Hart van Europa
Coenen stapte zelf in 2014 bij Vitacress binnen met als doel het bedrijf te laten groeien. Hij woonde voordien zeven jaar in Amsterdam, maar ziet en voelt in de regio Venlo dezelfde vibe als in de Randstad. “De beeldvorming is anders. In Amsterdam is het te doen, denken veel mensen, jongeren, maar deze regio is interessant genoeg om jeugdige talenten hier te houden. Dat moeten we wel beter laten zien.” Een grote plus van de regio Venlo vindt Coenen de ligging. Dat geldt zeker voor Vitacress. “Je bevindt je hier in het hart van Europa, dicht bij Duitsland, voor ons een grote markt; dat geldt ook voor veel andere bedrijven.”

Meerwaarde
Wat zou er moeten gebeuren om de potentie van deze regio beter onder de aandacht te brengen? “Bedrijven moeten zich nadrukkelijker profileren, elkaar daarbij opzoeken. Er is sprake van een ‘war on talent’ dus het wordt tijd om nadrukkelijker te vertellen wat Venlo en omgeving zoal te bieden heeft. Crossroads Limburg kan daarbij ondersteuning bieden. Die kunnen bedrijven bijvoorbeeld op basis van thema’s bij elkaar brengen. Ik denk niet dat er behoefte is aan de zoveelste netwerkborrel met bedrijven waar relatief weinig connectie tussen is. Gezellig, maar die zijn er al genoeg. Ik denk dat de focus veel meer op het creëren van  directe meerwaarde moet zitten.”

Hightech
Coenen begrijpt dat de vele mkb-bedrijven in de regio vaak wat anoniemer zijn dan grote partijen als Google. Maar, zegt hij, dat maakt ze niet minder interessant. “Laat jongeren zien dat een geautomatiseerd melkveebedrijf net zo interessant kan zijn dan Google. Hightech-bedrijven zijn ook in deze regio volop te vinden, alleen zijn ze wat kleinschaliger. Maar als er tussen bedrijven connecties worden gelegd, dan kunnen ze jongeren allerlei interessante carrièrekansen bieden. Dit is een economisch krachtige regio; dat moeten we wat meer gaan uitstralen.”

Bron: CIV Maak | Smart Industrie

Unieke samenwerking Inther Group en CIV Maak | Smart Industrie

Sinds september 2019 trekken Inther Group en het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Maak- en Smart Industrie gezamenlijk op om de krachten van het onderwijs en het bedrijfsleven te bundelen. “Zo vindt er een wisselwerking plaats en brengen we bedrijven en opleidingen dichter bij elkaar”, aldus Sven Koethe, HR Manager van Inther.  

Samenwerking
Concreet houdt de samenwerking in dat studenten samen met hun docent één keer in de week bij Inther, de internationale system integrator uit Venray, mogen meedraaien. “Wij begeleiden ze vanaf het plan van aanpak tot en met de oplevering”, aldus Sven. Het resultaat van deze samenwerking tussen Inther en CIV Maakindustrie: gerichter geschoolde medewerkers met meer kennis van de huidige technologieën. “Niet alleen landelijk maar ook in deze regio speelt de maakindustrie een grote rol”, aldus Han van Helmond, programmamanager van CIV Maakindustrie. “Van de beroepsbevolking in Noord- en Midden Limburg werkt 17 procent bij een bedrijf in deze branche. De veelal kleinere bedrijven zorgen voor veel werkgelegenheid en jagen andere sectoren aan. Zes bedrijven behoren zelfs tot de top-25 meest innovatieve bedrijven van Nederland. Toch weten veel mensen niet hoe hoogstaand de maakindustrie is. Juist nu, in een tijd waar ontwikkelingen elkaar snel volgen en we te maken hebben met de veelzijdigheid van de maakindustrie, is het raadzaam om beroepsopleidingen blijvend te laten aansluiten bij de toekomstige werkomgeving.”

CIV Maak | Smart Industrie
Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap is door ROC Gilde Opleidingen opgezet en is een platform voor samenwerking tussen onderwijs en de Maak- en Smartindustrie in Noord- en Midden-Limburg. Het project is mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Onderwijs en de Provincie Limburg. Binnen het CIV werkt een aantal partijen samen: gemeentes, maakbedrijven in de regio Noord- en Midden-Limburg, Fontys Hogeschool en het ROC Gilde Opleidingen. “Deze twee opleidingscentra geven hun onderwijskennis door aan het bedrijfsleven, bijvoorbeeld door training van didactische vaardigheden bij een ‘meester-gezel’-traject. Omgekeerd betrekken we de studenten bij het bedrijfsleven door hen projecten, leeropdrachten en praktijklocaties aan te bieden. Alles uiteraard in overleg met de bedrijven”, aldus Han.

Hybride onderwijs
“Bij Gilde Opleidingen ontstond de wens naar mogelijkheden voor hybride onderwijs voor mbo’ers”, vertelt Sven. Dit is een onderwijsprogramma waarbij studenten de basisopleiding binnen de onderwijsmuren volgen, maar de praktijk bij eventuele toekomstige werkgevers in het bedrijf leren. Begeleid door docenten en werknemers van dat bedrijf. “Wij ontvangen geregeld hbo-studenten van de Fontys Hogeschool om te helpen bij het re-engineeren van projecten. Nu ging het niet om de theoretische inslag maar was het gericht op het werken aan een echte opdracht in een bedrijf. Inclusief het maken van een plan van aanpak en het opleveren van een eigen product met instructies. Een van onze Senior Project Engineers begeleidt de studenten intensief bij hun project, samen met een docent van Gilde Opleidingen.”

Ontwikkeling
Volgens beide partijen is het een win-win situatie; bedrijven hebben volop werk en vragen om veel goed gekwalificeerde mensen. Met hybride onderwijs ontplooien studenten zich tot toekomstige medewerkers met de juiste vaardigheden en kennis van de nieuwste technologieën. Het leidt tot ontwikkeling van het onderwijs, van de studenten én van het bedrijfsleven.

Inther Group
Han van Helmond is blij met Inther als eerste bedrijf in Venray dat aanhaakt om samen te werken met CIV Maakindustrie. “Inther heeft een hoge organisatiegraad; het zoekt regelmatig de samenwerking met bedrijven en instellingen en dat zie je in deze regio nog niet genoeg. Dat is een belangrijke stap om de concurrentiekracht, innovatief vermogen en economische weerbaarheid van Noord- en Midden Limburg te versterken.” CIV Maakindustrie wil mensen laten beleven dat werken in de maakindustrie zeer aantrekkelijk is. Vanwege de carrièremogelijkheden en omdat ze kunnen werken bij bedrijven waar technologische vernieuwingen aan de orde van de dag zijn. “Zoals bij Inther Group”, vervolgt Han. “Daar is ruimte om te onderzoeken, samen tot oplossingen te komen en mooie producten te bedenken en te maken. Ideaal dus voor onderwijsontwikkeling in het bedrijfsleven.”

Crossroads Limburg omarmt dit initiatief dat de toekomstige medewerkers optimaal voorbereid voor de praktijk. Immers door studenten nu al aan het bedrijfsleven te verbinden, resulteert op termijn in gerichter geschoolde medewerkers met meer kennis van de huidige technologieën.

Ondernemer in de spotlight: Tjebbe Smit, Océ in Venlo

Océ in Venlo is één van de grootste werkgevers in de regio Noord-Limburg. Het bedrijf bevindt zich momenteel volgens senior vice president Tjebbe Smit in een transitieperiode. Daarmee doelt hij niet zozeer op de aanstaande naamsverandering in Canon Production Printing en de verhuizing naar een nieuw hoofdkantoor, maar op het feit dat het bedrijf zich met innovatieve producten op andere markten richt.

Bij Océ in Venlo werken tegenwoordig circa 1.700 medewerkers. Zo’n 500 medewerkers die nu nog in het bestaande hoofdkantoor werken verhuizen in juni 2020 naar het even verderop gelegen nieuwe hoofdkantoor. Dat voldoet aan alle moderne eisen, geeft Tjebbe Smit aan. “Het oude kantoorgebouw was op, verouderd. Met de bouw van een nieuw hoofdkantoor toont Canon dat het vertrouwen in ons en in onze toekomst heeft.”

Snelle groei
Een toekomst waarin Océ steeds minder de traditionele printerfabrikant zal zijn die het lange tijd was. Dat is de belangrijke transitie die al een tijd geleden in gang is gezet, zegt Smit. “De traditionele printermarkt krimpt. Daarom stappen we steeds meer over op inkjettechnologie en richten ons daarbij nadrukkelijk op de grafische sector. Het is een markt met een snelle groei en diverse toepassingsmogelijkheden zoals het printen op bijvoorbeeld textiel, behang of tegels.” En waar steeds meer sprake is van grote oplages, geeft hij aan. “Daarom bouwen we machines die vele duizenden vellen per uur kunnen printen, 24 uur per dag, 7 dagen in de week.” Ook het 3d-printen heeft de aandacht bij Océ, merkt Smit op, “maar daarin zijn we volgend, terwijl we met inkjet leidend willen zijn”.

Uitwisselen
Naast senior vice president bij Océ is Tjebbe Smit ook nauw betrokken bij Techno Valley, een initiatief om de maakindustrie te promoten, en Crossroads Limburg, waar hij als vice-voorzitter deel uitmaakt van het dagelijks bestuur. Crossroads Limburg heeft als doel de gehele bedrijvigheid in Noord- en Midden-Limburg te promoten en beter te laten samenwerken. Want er is wel het een en ander te winnen, vindt Smit. “We moeten meer dingen samen doen, meer samen ideeën bedenken. We kennen elkaar wel, maar meestal niet goed genoeg.” Crossroads Limburg wil dat veranderen, stelt hij. “Ondernemers moeten elkaar, maar bijvoorbeeld ook het onderwijs, vaker ontmoeten, samenwerking zoeken en zo spin off genereren. Door ideeën uit te wisselen kun je elkaar versterken, iets voor elkaar betekenen. Dat is wat deze regio nodig heeft. Wij als Océ zijn een boegbeeld en daar zijn we trots op. Maar dat mogen allemaal die mooie mkb-bedrijven eveneens zijn.”

Verzilveren
Bij al die bedrijven liggen volop carrièrekansen voor jong talent, merkt Smit op. Hij wijst vervolgens op de kwaliteit van de regio, waar het eveneens aangenaam wonen is. “We liggen bovendien in het hart van Europa, wat veel kansen biedt.” Aan het verzilveren van die kansen wil Crossroads Limburg volgens Smit volop meewerken. Dat gebeurt aan de hand van enkele speerpunten: circulariteit, new technologies zoals robotisering en IT en continue procesverbetering. “Er is bij het bedrijfsleven zoveel kennis en kunde aanwezig, dat moeten we nog beter inzetten. En daarbij nauw samenwerken met het onderwijs zodat getalenteerde jongeren hier hun uitdagingen gaan zoeken. Dat traject hebben we nu met Crossroads Limburg ingezet en dat zal de komende tijd steeds nadrukkelijker zichtbaar worden.”

 

Dit interview is onderdeel van een serie waarbij onderscheidende en innovatieve ondernemers uit de regio aan het woord komen. Deze ondernemers dienen als bewijslast voor de kracht en verscheidenheid van ondernemend Noord-Limburg. Als Crossroads Limburg, de triple-helix organisatie die de brug vormt tussen het regionale bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en overheden in Noord-Limburg, bieden wij deze ondernemers door middel van deze uitgave een podium om zo ook andere ondernemers te inspireren.

Bron: SpoorPro

In Venlo vond dinsdag en woensdag de European Silk Road Summit plaats. Het evenement ging van start met twee bedrijfsbezoeken aan Greenport Venlo. Binnen dit samenwerkingsverband moet Venlo uitgroeien tot een internationale logistieke hub en belangrijke schakel in de Nieuwe Zijderoute.

De European Silk Road Summit beleefde deze week zijn derde editie, maar heette voorheen Zijderoute Conferentie. Op dinsdag 26 en woensdag 27 november kwamen circa 300 branchepartijen samen om de laatste ontwikkelingen op deze transportroute tussen China en Europa te bespreken. Het hele evenement was te volgen via een liveblog op Railfreight.com.

Intentieverklaring
In aanloop naar het evenement ondertekenden de Oostenrijkse spoorgoederenvervoerder Rail Cargo Group, het havenbedrijf van Baku en de Nederlandse verlader Cabooter Group een intentieverklaring voor de gezamenlijke ontwikkeling van de Middelste Corridor. Deze corridor verbindt Europa en China via Turkije en Azerbaijan. Het project ging in oktober al van start met een succesvol verlopen pilot waarbij een trein vanuit China via Kazachstan, Azerbaijan en Turkey naar Praag reed.

Alle drie de partijen waren aanwezig op de European Silk Road Summit om de nieuwe samenwerking verder toe te lichten. De aansluiting van Venlo op de Middelste Corridor zat al een tijdje in de pijplijn, maar de samenwerking met Rail Cargo Group (RCG) is een nieuwe ontwikkeling. RGC exploiteert een breed spoorgoederennetwerk dat zich uitstrekt van de Noord- en Zuid-Europese havens tot Rusland en Turkije tot aan China. De haven van Baku speelt een centrale rol in de Trans Caspische Corridor en vormt de verbinding met de Zuidelijke Kaukasus, Centraal Azië, Iran, het zuiden van Rusland en Turkije.

Grootste terminal
De Cabooter Group heeft een logistiek centrum in Venlo en ontwikkelt daarmee een belangrijke logistieke hub voor goederentransport tussen Europa en Azië. Naast zijn bestaande spoorinfrastructuur bouwt Cabooter momenteel aan de grootste binnenlandse terminal van Nederland. Het complex heeft een oppervlakte van circa 280.000 vierkante meter en telt straks 900 meter spoor.

Crossroads Limburg is trots op Cabooter en alle ontwikkelingen rondom de Nieuwe Zijderoute. Het draagt bij aan de verdere groei en versterking van deze regio.

Ondernemer in de spotlight: Roel van Ark, Teunesen Zand en Grint in Heijen

Wat Teunesen Zand en Grint in Heijen doet heet tegenwoordig geen ontgronden meer, maar gebiedsontwikkeling. Het zandwinbedrijf wint op diverse locaties bouwgrondstoffen. Voordat zo’n locatie wordt ontwikkeld, wordt aansluiting gezocht bij een maatschappelijke meerwaarde, bijvoorbeeld natuurgebied of hoogwaterveiligheid. Altijd in samenwerking met andere partijen.

Teunesen bestaat al bijna tachtig jaar en is nog altijd het familiebedrijf – derde generatie inmiddels – dat het van oorsprong was. Het bedrijf wint bouwgrondstoffen op diverse locaties in Nederland, maar is ook in België en Duitsland actief. Dat gebeurt deels in deelnemingen maar altijd in samenwerking met andere partijen, legt projectleider Roel van Ark uit. Hij vertelt dat het ontgronden tegenwoordig het secundaire onderdeel van een project is. “Primair is waar het project uiteindelijk toe leidt, het maatschappelijke doel dat gerealiseerd wordt.”

Financiële motor
Hij noemt als voorbeeld natuurontwikkelingsproject Koningsven-De Diepen. “Dat wordt gefaseerd aangelegd als natuurgebied, in samenwerking met Natuurmonumenten. Een aantal fases is al opgeleverd.” Een locatie ontwikkelen tot natuurgebied is maar één van de voorbeelden. zegt hij. Andere mogelijkheden zijn een recreatiegebied, hoogwaterveiligheid en woningbouw. “De winning van zand en grind is de financiële motor om tot zo’n ontwikkeling te komen.” Het samenwerken bij zo’n projectontwikkeling, geeft hij aan, gebeurt met uiteenlopende partijen. “Dat kan zijn met landbouworganisaties, natuurorganisaties, maar ook met overheden, klankbordgroepen of dorpsraden. Samenwerking is altijd de basis.”

Schaars
Bij Teunesen zelf zijn zo’n 165 medewerkers in dienst. Het merendeel, ongeveer 110, werkt op de locaties, de rest op verschillende afdelingen in Heijen, waar ook het hoofdkantoor is gevestigd. Medewerkers met verschillende achtergronden zoals planners, engineers, projectontwikkelaars, maar ook veel technisch personeel zoals kraanmachinisten en monteurs. Vooral die technici zijn schaars, zegt Van Ark. Hij begrijpt dan ook dat de bedrijven in deze regio, maar ook de regio zelf zich nadrukkelijker moeten profileren en de vele positieve aspecten onder de aandacht moeten brengen. “Zodat jongeren hier blijven, maar ook mensen uit andere delen van het land hier willen werken en wonen. Dat wonen is beter betaalbaar, de afstanden naar grotere steden zijn relatief klein, er is veel natuur en er zijn veel interessante bedrijven gevestigd”.

Meerwaarde
Nadrukkelijk contact zoeken met het onderwijs en stages aanbieden is één van de middelen die bij Teunesen steeds meer worden ingezet om het personeelsbestand op peil te houden. “We zijn geen hightech bedrijf, maar hebben wel interessante, uitdagende banen in een inspirerende werkomgeving waarbij persoonlijke ontwikkeling gestimuleerd wordt. Ook duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn belangrijke pijlers van ons bedrijf. We ontwikkelen mooie projecten, daardoor zijn we onder meer een aantrekkelijke werkgever. We leveren zand en grind voor de bouw en creëren tevens natuur, recreatiegebieden en zorgen voor hoogwaterveiligheid. Met name die meerwaarde willen we als bedrijf nadrukkelijker gaan communiceren. Daar ligt voor ons een mooie uitdaging.”

 

Dit interview is onderdeel van een serie waarbij onderscheidende en innovatieve ondernemers uit de regio aan het woord komen. Deze ondernemers dienen als bewijslast voor de kracht en verscheidenheid van ondernemend Noord-Limburg. Als Crossroads Limburg, de triple-helix organisatie die de brug vormt tussen het regionale bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en overheden in Noord-Limburg, bieden wij deze ondernemers door middel van deze uitgave een podium om zo ook andere ondernemers te inspireren.

Terugblik Roadshow Crossroads Limburg

Crossroads Limburg houdt een Roadshow langs de ondernemers in de verschillende Noord-Limburgse gemeenten om de lokale ondernemers te informeren over de ambities van de Noord-Limburgse investeringsagenda en om uit te dagen om bij te dragen en om mee te denken.

De Roadshow wordt georganiseerd door Crossroads Limburg in nauwe samenwerking met lokale ondernemersverenigingen/industriële kringen. De eerste twee bijeenkomsten hebben reeds plaatsgevonden.

“Wij kijken terug op twee succesvolle edities”, aldus Lucien Bongers, programmamanager Maakindustrie binnen Crossroads Limburg. Bongers vervolgt: “Wij hebben kunnen laten zien dat het cruciaal is om krachten te bundelen en de verbinding op te zoeken. Hier word je niet alleen als bedrijf beter van, maar ook de regio.” Daarnaast onderstreept Bongers het belang van een investeringsagenda. “Vooral dat dit gebeurt via gedeelde thematiek en volgens een duidelijk actieprogramma dat VAN de ondernemers is, maakt het sterk”.

Tijdens de Roadshow wordt de investeringsagenda gepresenteerd door Jos van der Heijden, beleidsadviseur bij gemeente Venlo. Van der Heijden staat stil bij de stip op de horizon die Noord-Limburg samen wil bereiken: de Gezondste regio zijn. Om dit te bereiken zijn er verschillende thema’s en icoonprojecten geformuleerd om de economie in deze regio te versterken en om te innoveren. Tijdens de Roadshow wordt hier volop bij stilgestaan.

Voor de uitvoering van de investeringsagenda, worden partners aangehaakt. Crossroads Limburg is een van deze partners. Namens Crossroads Limburg neemt Bongers alle aanwezigen mee in de rol die Crossroads speelt. De verbinder binnen een branche en in de cross-over naar andere branches. Het doel? Ondernemers versterken en helpen innoveren en groeien. Concrete en inspirerende voorbeelden van cross-overs volgde de revue. Bongers daagde alle aanwezigen uit om na te denken over kansen en contact te zoeken als hulp nodig is.
Dat het belang wordt gezien van samenwerken, blijkt uit reacties uit de zaal zoals: “samenbrengen van partijen is nodig voor de regio” en “quick wins zijn te behalen als je samenwerkt in de regio”.

Na de gemeenten Venray en Peel & Maas, volgt later deze week Gennep en begin 2020 de gemeenten Horst aan de Maas, Venlo en Beesel.

Noord-Limburg investeert in de Gezondste Regio
De acht gemeenten in Noord-Limburg bundelen hun krachten om een impuls te geven aan de verdere ontwikkeling van de regio en het oplossen van urgente maatschappelijke vraagstukken. Centrale ambitie is om in 2023 de gezondste regio van Nederland te zijn. Hierbij maakt de regio Noord-Limburg gebruik van haar sterke punten: economische ontwikkeling op het gebied van agrofood, logistiek, maakindustrie, vrijetijdseconomie en kennisontwikkeling met een accent op voedsel en gezondheid.

Om deze ambitie te realiseren hebben de gemeenten gezamenlijk een investeringsagenda opgesteld die antwoord geeft op de vraag “Hoe brengen we deze regio verder?”

Daarnaast heeft de regio voor deze investeringsagenda zeven icoonprojecten benoemd. Dit zijn urgente projecten die meerdere thema’s bestrijken én de komende jaren een duidelijke bijdrage leveren aan regionale, provinciale en nationale ambities en opgaven. De doorontwikkeling van de Brightlands Campus Greenport Venlo is een van deze projecten. Crossroads Limburg zal een belangrijke rol spelen bij de realisatie door het verbinden van de ambities tussen overheid, kennisinstellingen en ondernemers.

Voor meer informatie over de Gezondste Regio klik hier.

Op 10 september jl. lanceerde Crossroads Limburg in samenwerking met subsidieadviesbureau TRIAS het Subsidie Startfee Fonds. Door het Startfee Fonds is het aanvragen van subsidies voor Noord-Limburgse ondernemers toegankelijker en betaalbaarder geworden. Ondernemers kunnen aanspraak maken op 2/3e deel van de financiering van de startfee. Alleen als de subsidie wordt toegekend, betaalt u het bedrag weer terug zodat het geld opnieuw beschikbaar kan worden gesteld voor andere ondernemers.

De eerste ondernemers hebben inmiddels al gebruik gemaakt van het Startfee Fonds: Piglet Treatment Systems uit Leunen en Microfan uit Horst. Zij maakte hiervan gebruik om een MIT R&D Samenwerkingsproject aan te vragen voor de ontwikkeling van een slim stal-monitoringsysteem voor varkens.

Werk maken van innovatie, technologie en duurzame investeringen in 2020? Ook in 2020 zijn er weer voldoende kansen voor ondernemers om gebruik te maken van subsidiemogelijkheden. Veel ondernemers zijn veel meer met innovatie en duurzame maatregelen bezig dan zij zelf denken. Nederland telt meer dan 4.000 subsidieregelingen voor uiteenlopende doelen. Grote kans dat er een subsidie beschikbaar is waar jij voor in aanmerking komt, denk bijvoorbeeld aan:

MIT Haalbaarheid
De MIT Haalbaarheid opent naar verwachting weer in het voorjaar van 2020. Hierbij wordt gewerkt middels het principe first come, first serve. Het is dus belangrijk om er meteen de eerste dag bij te zijn en tijdig te beginnen met een stuk voorbereiding! In 2019 bedroeg de subsidie 40% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 20.000 per project. Een eigen bijdrage kan in-kind voldaan worden door de inbreng van eigen uren, waardeerbaar tegen een forfaitaire bedrag van € 60 per uur. Bovendien wordt het bedrag geheel vooraf uitbetaald.

Praktijkcase: Martens Groen
De laatste jaren krijgt Nederland steeds vaker te maken met harde regenbuien met wateroverlast tot gevolg. Een van de maatregelen om wateroverlast te voorkomen kan sedumdakbedekking zijn. Ondernemers Marjo en Robert Martens uit Meterik zijn al zijn sinds 2016 bezig met de ontwikkeling van deze duurzame sedumdakbedekking.

De sedumdakbedekking van Martens Groen wordt bijna volledig gemaakt van duurzame grondstoffen. Probleem bij de huidige sedumdakbedekking is dat voor de ondergrond gebruik gemaakt wordt van een kokosmat, die uit India geïmporteerd wordt. Graag wil Martens Groen deze kokosmat vervangen door een grondstof die gemaakt is van een regionale reststroom. Om de economische en technische haalbaarheid van een regionaal duurzaam alternatief te zoeken heeft Martens Groen gebruik gemaakt van een MIT Haalbaarheid subsidie.

LimburgMakers / LimburgLogistiek / LimburgAgrofood
Via een innovatieproject kunnen Limburgse mkb-bedrijven subsidie krijgen voor de ontwikkeling en realisatie van een innovatief product of innovatieve dienst. De subsidie bedraagt 35% van de subsidiabele kosten tot een max. van € 70.000 per project (LimburgAgrofood: € 50.000). Jouw eigen bijdrage kan inkind voldaan worden door de inbreng van eigen uren, waardeerbaar tegen een forfaitaire bedrag van € 60 per uur. Daarnaast zijn ook materiaal-, afschrijvings- en kosten derden subsidiabel.

Praktijkcase: Dejatech
Nederland moet van het gas af, maar voorlopig geldt dat vooral voor de woningmarkt. Dejatech in Belfeld gaat dus gewoon door met doen waar het goed in is: op een innovatieve wijze gasgestookte verwarmingsketels produceren voor grotere gebouwen als industriële bedrijven, instellingen en hotels. Directeur Jan Janssen: “Woningen en kleine gebouwen hebben ketels van zo’n 24 kW, maar wij ontwikkelen en produceren grote ketels van 168 kW tot 2.500 kW. Daarnaast kijken we uiteraard vooruit met de ontwikkeling van hybride systemen.”

Dejatech heeft dankzij de begeleiding van TRIAS een LimburgMakers-subsidie binnengehaald, geeft Janssen aan. De subsidie had betrekking op een geheel nieuw concept, een efficiëntere ketel en een hybride systeem; beide producten zijn geïntroduceerd op de markt.

MIT–R&D samenwerkingsproject
Een MIT–R&D samenwerkingsproject is gericht op de ontwikkeling of vernieuwing van producten, productieprocessen of diensten. Dit moet industrieel onderzoek en/of experimentele ontwikkeling betreffen. R&D samenwerkingsprojecten worden uitgevoerd door een samenwerkingsverband van ten minste twee mkb-ondernemingen en de looptijd bedraagt maximaal 2 jaar. De subsidie bedraagt 35% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 350.000 per innovatieproject (max. € 175.000 per deelnemer).

Eurostars
De Europese subsidieregeling Eurostars is gericht op mkb-bedrijven die bezig zijn met het ontwikkelen van technologie voor nieuwe producten, diensten of processen. Hierbij dient een bedrijf minimaal samen te werken met een partner uit een ander land. De samenwerking zorgt ervoor dat bedrijven toegang krijgen tot technologieën uit andere landen, nieuwe markten en profiteren van de partner haar kennis. Voor de bedrijven is bijdrage tussen de 25% en 45% met een maximum van €500.000 per project.

Fiscale stimuleringsmaatregelen
De EIA verlaagt de investering in energiezuinige technieken. De regeling biedt bovenop de reguliere afschrijving, een extra aftrekpost van 45% van de investeringskosten. Bedrijven betalen hierdoor minder belasting. Het biedt een netto-voordeel tot 11% voor ondernemers die VpB-plichtig zijn.

De MIA en de Vamil bieden fiscaal voordeel voor ondernemers die investeren in milieuvriendelijke technieken. MIA biedt bovenop de reguliere afschrijving, een extra aftrekpost tot 36% van de investeringskosten. MIA biedt hiermee een netto-voordeel, oplopend tot 9% van de investering, voor ondernemers die VpB-plichtig zijn. Vamil geeft ondernemers de mogelijkheid om 75% van de investeringskosten op een zelf te bepalen tijdstip af te schrijven.

Aanvragen kunnen gedurende het gehele jaar worden ingediend, maar moeten binnen drie maanden, nadat verplichtingen zijn aangegaan, zijn ingediend.

Om ondernemers financieel te ondersteunen zijn er verschillende subsidieregelingen beschikbaar. Als Crossroads Limburg brengen wij deze graag onder de aandacht. Zo is de WBSO (voluit Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk) veruit de belangrijkste subsidieregeling in Nederland. Vooral Nederlandse mkb-ondernemingen maken dankbaar gebruik van de WBSO. In 2020 trekt het kabinet hier maar liefst € 1.281 miljoen voor deze regeling uit.

De WBSO heeft betrekking op alle kosten van research & development en is bedoeld voor organisaties, starters en zelfstandigen die zich bezighouden met technisch wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van technisch nieuwe fysieke producten, productieprocessen of apparatuur.

Jaarlijks maken zo’n 22.000 aanvragers gebruik van de WBSO. 85% Daarvan maakt gebruik van een intermediair. Onderzoek laat zien dat het gebruik maken niet alleen ontlast in de werkzaamheden én bijdraagt aan een betere slaagkans: Zo wordt aangegeven dat een intermediair een goede sparringpartner is en zorgt voor een betere en scherpere uitvoering van R&D-projecten.

Een van deze aanvragers is MGG Netherlands, gevestigd in Tegelen. MGG is specialist in aluminium zandgieten, dit wordt onder meer toegepast bij de productie van complexe vormen en het ontwikkelen en testen van prototypes. Bij MGG speelt innovatie dan ook een belangrijke rol, vertelt controller Herbert Gootzen. Zeker wat het, zoals hij het noemt, speur- en ontwikkelingswerk betreft.  MGG koos voor TRIAS als adviserende partner op het gebied van subsidies en dat bleek een prima keuze, zegt Gootzen. “We maken vooral gebruik van de WBSO, een fiscale regeling voor research en development.

Is jouw organisatie ook met technische innovatie bezig? Dien dan vóórdat november voorbij is een WBSO aanvraag in. Dan kun je vanaf januari 2020 van fiscaal voordeel genieten.

Overigens werd op Prinsjesdag aangekondigd dat er volgend jaar een aantal praktische zaken wijzigen in de WBSO regeling. Zo wordt het maximum aantal aanvraagmomenten per jaar vergroot van drie naar vier. Bovendien wordt de ‘wachtmaand’ afgeschaft en kan op de dag voor de start van de kalendermaand, een aanvraag worden ingediend. Uitzondering daarop zijn aanvragen die starten op 1 januari – die moeten uiterlijk op 20 december zijn ingediend (eerstvolgende aanvraagperiode op deze wijze is 1 januari 2021).

Advies over uw WBSO aanvraag? Neem dan contact op met een intermediair, bijvoorbeeld subsidieadviesbureau TRIAS uit Venlo.