Ondernemer in de spotlight: Roel van Ark, Teunesen Zand en Grint in Heijen

Wat Teunesen Zand en Grint in Heijen doet heet tegenwoordig geen ontgronden meer, maar gebiedsontwikkeling. Het zandwinbedrijf wint op diverse locaties bouwgrondstoffen. Voordat zo’n locatie wordt ontwikkeld, wordt aansluiting gezocht bij een maatschappelijke meerwaarde, bijvoorbeeld natuurgebied of hoogwaterveiligheid. Altijd in samenwerking met andere partijen.

Teunesen bestaat al bijna tachtig jaar en is nog altijd het familiebedrijf – derde generatie inmiddels – dat het van oorsprong was. Het bedrijf wint bouwgrondstoffen op diverse locaties in Nederland, maar is ook in België en Duitsland actief. Dat gebeurt deels in deelnemingen maar altijd in samenwerking met andere partijen, legt projectleider Roel van Ark uit. Hij vertelt dat het ontgronden tegenwoordig het secundaire onderdeel van een project is. “Primair is waar het project uiteindelijk toe leidt, het maatschappelijke doel dat gerealiseerd wordt.”

Financiële motor
Hij noemt als voorbeeld natuurontwikkelingsproject Koningsven-De Diepen. “Dat wordt gefaseerd aangelegd als natuurgebied, in samenwerking met Natuurmonumenten. Een aantal fases is al opgeleverd.” Een locatie ontwikkelen tot natuurgebied is maar één van de voorbeelden. zegt hij. Andere mogelijkheden zijn een recreatiegebied, hoogwaterveiligheid en woningbouw. “De winning van zand en grind is de financiële motor om tot zo’n ontwikkeling te komen.” Het samenwerken bij zo’n projectontwikkeling, geeft hij aan, gebeurt met uiteenlopende partijen. “Dat kan zijn met landbouworganisaties, natuurorganisaties, maar ook met overheden, klankbordgroepen of dorpsraden. Samenwerking is altijd de basis.”

Schaars
Bij Teunesen zelf zijn zo’n 165 medewerkers in dienst. Het merendeel, ongeveer 110, werkt op de locaties, de rest op verschillende afdelingen in Heijen, waar ook het hoofdkantoor is gevestigd. Medewerkers met verschillende achtergronden zoals planners, engineers, projectontwikkelaars, maar ook veel technisch personeel zoals kraanmachinisten en monteurs. Vooral die technici zijn schaars, zegt Van Ark. Hij begrijpt dan ook dat de bedrijven in deze regio, maar ook de regio zelf zich nadrukkelijker moeten profileren en de vele positieve aspecten onder de aandacht moeten brengen. “Zodat jongeren hier blijven, maar ook mensen uit andere delen van het land hier willen werken en wonen. Dat wonen is beter betaalbaar, de afstanden naar grotere steden zijn relatief klein, er is veel natuur en er zijn veel interessante bedrijven gevestigd”.

Meerwaarde
Nadrukkelijk contact zoeken met het onderwijs en stages aanbieden is één van de middelen die bij Teunesen steeds meer worden ingezet om het personeelsbestand op peil te houden. “We zijn geen hightech bedrijf, maar hebben wel interessante, uitdagende banen in een inspirerende werkomgeving waarbij persoonlijke ontwikkeling gestimuleerd wordt. Ook duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn belangrijke pijlers van ons bedrijf. We ontwikkelen mooie projecten, daardoor zijn we onder meer een aantrekkelijke werkgever. We leveren zand en grind voor de bouw en creëren tevens natuur, recreatiegebieden en zorgen voor hoogwaterveiligheid. Met name die meerwaarde willen we als bedrijf nadrukkelijker gaan communiceren. Daar ligt voor ons een mooie uitdaging.”

 

Dit interview is onderdeel van een serie waarbij onderscheidende en innovatieve ondernemers uit de regio aan het woord komen. Deze ondernemers dienen als bewijslast voor de kracht en verscheidenheid van ondernemend Noord-Limburg. Als Crossroads Limburg, de triple-helix organisatie die de brug vormt tussen het regionale bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en overheden in Noord-Limburg, bieden wij deze ondernemers door middel van deze uitgave een podium om zo ook andere ondernemers te inspireren.

Terugblik Roadshow Crossroads Limburg

Crossroads Limburg houdt een Roadshow langs de ondernemers in de verschillende Noord-Limburgse gemeenten om de lokale ondernemers te informeren over de ambities van de Noord-Limburgse investeringsagenda en om uit te dagen om bij te dragen en om mee te denken.

De Roadshow wordt georganiseerd door Crossroads Limburg in nauwe samenwerking met lokale ondernemersverenigingen/industriële kringen. De eerste twee bijeenkomsten hebben reeds plaatsgevonden.

“Wij kijken terug op twee succesvolle edities”, aldus Lucien Bongers, programmamanager Maakindustrie binnen Crossroads Limburg. Bongers vervolgt: “Wij hebben kunnen laten zien dat het cruciaal is om krachten te bundelen en de verbinding op te zoeken. Hier word je niet alleen als bedrijf beter van, maar ook de regio.” Daarnaast onderstreept Bongers het belang van een investeringsagenda. “Vooral dat dit gebeurt via gedeelde thematiek en volgens een duidelijk actieprogramma dat VAN de ondernemers is, maakt het sterk”.

Tijdens de Roadshow wordt de investeringsagenda gepresenteerd door Jos van der Heijden, beleidsadviseur bij gemeente Venlo. Van der Heijden staat stil bij de stip op de horizon die Noord-Limburg samen wil bereiken: de Gezondste regio zijn. Om dit te bereiken zijn er verschillende thema’s en icoonprojecten geformuleerd om de economie in deze regio te versterken en om te innoveren. Tijdens de Roadshow wordt hier volop bij stilgestaan.

Voor de uitvoering van de investeringsagenda, worden partners aangehaakt. Crossroads Limburg is een van deze partners. Namens Crossroads Limburg neemt Bongers alle aanwezigen mee in de rol die Crossroads speelt. De verbinder binnen een branche en in de cross-over naar andere branches. Het doel? Ondernemers versterken en helpen innoveren en groeien. Concrete en inspirerende voorbeelden van cross-overs volgde de revue. Bongers daagde alle aanwezigen uit om na te denken over kansen en contact te zoeken als hulp nodig is.
Dat het belang wordt gezien van samenwerken, blijkt uit reacties uit de zaal zoals: “samenbrengen van partijen is nodig voor de regio” en “quick wins zijn te behalen als je samenwerkt in de regio”.

Na de gemeenten Venray en Peel & Maas, volgt later deze week Gennep en begin 2020 de gemeenten Horst aan de Maas, Venlo en Beesel.

Noord-Limburg investeert in de Gezondste Regio
De acht gemeenten in Noord-Limburg bundelen hun krachten om een impuls te geven aan de verdere ontwikkeling van de regio en het oplossen van urgente maatschappelijke vraagstukken. Centrale ambitie is om in 2023 de gezondste regio van Nederland te zijn. Hierbij maakt de regio Noord-Limburg gebruik van haar sterke punten: economische ontwikkeling op het gebied van agrofood, logistiek, maakindustrie, vrijetijdseconomie en kennisontwikkeling met een accent op voedsel en gezondheid.

Om deze ambitie te realiseren hebben de gemeenten gezamenlijk een investeringsagenda opgesteld die antwoord geeft op de vraag “Hoe brengen we deze regio verder?”

Daarnaast heeft de regio voor deze investeringsagenda zeven icoonprojecten benoemd. Dit zijn urgente projecten die meerdere thema’s bestrijken én de komende jaren een duidelijke bijdrage leveren aan regionale, provinciale en nationale ambities en opgaven. De doorontwikkeling van de Brightlands Campus Greenport Venlo is een van deze projecten. Crossroads Limburg zal een belangrijke rol spelen bij de realisatie door het verbinden van de ambities tussen overheid, kennisinstellingen en ondernemers.

Voor meer informatie over de Gezondste Regio klik hier.

Op 10 september jl. lanceerde Crossroads Limburg in samenwerking met subsidieadviesbureau TRIAS het Subsidie Startfee Fonds. Door het Startfee Fonds is het aanvragen van subsidies voor Noord-Limburgse ondernemers toegankelijker en betaalbaarder geworden. Ondernemers kunnen aanspraak maken op 2/3e deel van de financiering van de startfee. Alleen als de subsidie wordt toegekend, betaalt u het bedrag weer terug zodat het geld opnieuw beschikbaar kan worden gesteld voor andere ondernemers.

De eerste ondernemers hebben inmiddels al gebruik gemaakt van het Startfee Fonds: Piglet Treatment Systems uit Leunen en Microfan uit Horst. Zij maakte hiervan gebruik om een MIT R&D Samenwerkingsproject aan te vragen voor de ontwikkeling van een slim stal-monitoringsysteem voor varkens.

Werk maken van innovatie, technologie en duurzame investeringen in 2020? Ook in 2020 zijn er weer voldoende kansen voor ondernemers om gebruik te maken van subsidiemogelijkheden. Veel ondernemers zijn veel meer met innovatie en duurzame maatregelen bezig dan zij zelf denken. Nederland telt meer dan 4.000 subsidieregelingen voor uiteenlopende doelen. Grote kans dat er een subsidie beschikbaar is waar jij voor in aanmerking komt, denk bijvoorbeeld aan:

MIT Haalbaarheid
De MIT Haalbaarheid opent naar verwachting weer in het voorjaar van 2020. Hierbij wordt gewerkt middels het principe first come, first serve. Het is dus belangrijk om er meteen de eerste dag bij te zijn en tijdig te beginnen met een stuk voorbereiding! In 2019 bedroeg de subsidie 40% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 20.000 per project. Een eigen bijdrage kan in-kind voldaan worden door de inbreng van eigen uren, waardeerbaar tegen een forfaitaire bedrag van € 60 per uur. Bovendien wordt het bedrag geheel vooraf uitbetaald.

Praktijkcase: Martens Groen
De laatste jaren krijgt Nederland steeds vaker te maken met harde regenbuien met wateroverlast tot gevolg. Een van de maatregelen om wateroverlast te voorkomen kan sedumdakbedekking zijn. Ondernemers Marjo en Robert Martens uit Meterik zijn al zijn sinds 2016 bezig met de ontwikkeling van deze duurzame sedumdakbedekking.

De sedumdakbedekking van Martens Groen wordt bijna volledig gemaakt van duurzame grondstoffen. Probleem bij de huidige sedumdakbedekking is dat voor de ondergrond gebruik gemaakt wordt van een kokosmat, die uit India geïmporteerd wordt. Graag wil Martens Groen deze kokosmat vervangen door een grondstof die gemaakt is van een regionale reststroom. Om de economische en technische haalbaarheid van een regionaal duurzaam alternatief te zoeken heeft Martens Groen gebruik gemaakt van een MIT Haalbaarheid subsidie.

LimburgMakers / LimburgLogistiek / LimburgAgrofood
Via een innovatieproject kunnen Limburgse mkb-bedrijven subsidie krijgen voor de ontwikkeling en realisatie van een innovatief product of innovatieve dienst. De subsidie bedraagt 35% van de subsidiabele kosten tot een max. van € 70.000 per project (LimburgAgrofood: € 50.000). Jouw eigen bijdrage kan inkind voldaan worden door de inbreng van eigen uren, waardeerbaar tegen een forfaitaire bedrag van € 60 per uur. Daarnaast zijn ook materiaal-, afschrijvings- en kosten derden subsidiabel.

Praktijkcase: Dejatech
Nederland moet van het gas af, maar voorlopig geldt dat vooral voor de woningmarkt. Dejatech in Belfeld gaat dus gewoon door met doen waar het goed in is: op een innovatieve wijze gasgestookte verwarmingsketels produceren voor grotere gebouwen als industriële bedrijven, instellingen en hotels. Directeur Jan Janssen: “Woningen en kleine gebouwen hebben ketels van zo’n 24 kW, maar wij ontwikkelen en produceren grote ketels van 168 kW tot 2.500 kW. Daarnaast kijken we uiteraard vooruit met de ontwikkeling van hybride systemen.”

Dejatech heeft dankzij de begeleiding van TRIAS een LimburgMakers-subsidie binnengehaald, geeft Janssen aan. De subsidie had betrekking op een geheel nieuw concept, een efficiëntere ketel en een hybride systeem; beide producten zijn geïntroduceerd op de markt.

MIT–R&D samenwerkingsproject
Een MIT–R&D samenwerkingsproject is gericht op de ontwikkeling of vernieuwing van producten, productieprocessen of diensten. Dit moet industrieel onderzoek en/of experimentele ontwikkeling betreffen. R&D samenwerkingsprojecten worden uitgevoerd door een samenwerkingsverband van ten minste twee mkb-ondernemingen en de looptijd bedraagt maximaal 2 jaar. De subsidie bedraagt 35% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 350.000 per innovatieproject (max. € 175.000 per deelnemer).

Eurostars
De Europese subsidieregeling Eurostars is gericht op mkb-bedrijven die bezig zijn met het ontwikkelen van technologie voor nieuwe producten, diensten of processen. Hierbij dient een bedrijf minimaal samen te werken met een partner uit een ander land. De samenwerking zorgt ervoor dat bedrijven toegang krijgen tot technologieën uit andere landen, nieuwe markten en profiteren van de partner haar kennis. Voor de bedrijven is bijdrage tussen de 25% en 45% met een maximum van €500.000 per project.

Fiscale stimuleringsmaatregelen
De EIA verlaagt de investering in energiezuinige technieken. De regeling biedt bovenop de reguliere afschrijving, een extra aftrekpost van 45% van de investeringskosten. Bedrijven betalen hierdoor minder belasting. Het biedt een netto-voordeel tot 11% voor ondernemers die VpB-plichtig zijn.

De MIA en de Vamil bieden fiscaal voordeel voor ondernemers die investeren in milieuvriendelijke technieken. MIA biedt bovenop de reguliere afschrijving, een extra aftrekpost tot 36% van de investeringskosten. MIA biedt hiermee een netto-voordeel, oplopend tot 9% van de investering, voor ondernemers die VpB-plichtig zijn. Vamil geeft ondernemers de mogelijkheid om 75% van de investeringskosten op een zelf te bepalen tijdstip af te schrijven.

Aanvragen kunnen gedurende het gehele jaar worden ingediend, maar moeten binnen drie maanden, nadat verplichtingen zijn aangegaan, zijn ingediend.

Om ondernemers financieel te ondersteunen zijn er verschillende subsidieregelingen beschikbaar. Als Crossroads Limburg brengen wij deze graag onder de aandacht. Zo is de WBSO (voluit Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk) veruit de belangrijkste subsidieregeling in Nederland. Vooral Nederlandse mkb-ondernemingen maken dankbaar gebruik van de WBSO. In 2020 trekt het kabinet hier maar liefst € 1.281 miljoen voor deze regeling uit.

De WBSO heeft betrekking op alle kosten van research & development en is bedoeld voor organisaties, starters en zelfstandigen die zich bezighouden met technisch wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van technisch nieuwe fysieke producten, productieprocessen of apparatuur.

Jaarlijks maken zo’n 22.000 aanvragers gebruik van de WBSO. 85% Daarvan maakt gebruik van een intermediair. Onderzoek laat zien dat het gebruik maken niet alleen ontlast in de werkzaamheden én bijdraagt aan een betere slaagkans: Zo wordt aangegeven dat een intermediair een goede sparringpartner is en zorgt voor een betere en scherpere uitvoering van R&D-projecten.

Een van deze aanvragers is MGG Netherlands, gevestigd in Tegelen. MGG is specialist in aluminium zandgieten, dit wordt onder meer toegepast bij de productie van complexe vormen en het ontwikkelen en testen van prototypes. Bij MGG speelt innovatie dan ook een belangrijke rol, vertelt controller Herbert Gootzen. Zeker wat het, zoals hij het noemt, speur- en ontwikkelingswerk betreft.  MGG koos voor TRIAS als adviserende partner op het gebied van subsidies en dat bleek een prima keuze, zegt Gootzen. “We maken vooral gebruik van de WBSO, een fiscale regeling voor research en development.

Is jouw organisatie ook met technische innovatie bezig? Dien dan vóórdat november voorbij is een WBSO aanvraag in. Dan kun je vanaf januari 2020 van fiscaal voordeel genieten.

Overigens werd op Prinsjesdag aangekondigd dat er volgend jaar een aantal praktische zaken wijzigen in de WBSO regeling. Zo wordt het maximum aantal aanvraagmomenten per jaar vergroot van drie naar vier. Bovendien wordt de ‘wachtmaand’ afgeschaft en kan op de dag voor de start van de kalendermaand, een aanvraag worden ingediend. Uitzondering daarop zijn aanvragen die starten op 1 januari – die moeten uiterlijk op 20 december zijn ingediend (eerstvolgende aanvraagperiode op deze wijze is 1 januari 2021).

Advies over uw WBSO aanvraag? Neem dan contact op met een intermediair, bijvoorbeeld subsidieadviesbureau TRIAS uit Venlo.

Bron: De Limburger

Het publiek heeft gesproken. De acht finalisten voor de verkiezing van Ondernemer van het Jaar zijn bekend. Nu is de vakjury aan zet. Het Noord-Limburgse bedrijf Kipster is een van de acht finalisten.

Acht Limburgse ondernemers zijn doorgedrongen tot de finale van de tweede editie van de verkiezing van Ondernemer van het Jaar. Zij zijn via een online publieksstemming, waarbij zo’n 10.000 stemmen zijn uitgebracht, verkozen tot de finalisten.

De uitgekozen ondernemers zullen worden beoordeeld door een vakjury. Deze beoordeelt de ondernemingen op diverse criteria, waaronder het thema duurzaamheid, dat dit jaar extra zwaar meeweegt in de beoordeling. Cruciaal daarbij is in welke mate de ondernemers zich met hun bedrijf het afgelopen jaar hebben weten te onderscheiden van andere bedrijven op dit vlak. Maar er wordt ook gekeken hoe groot de impact van het bedrijf is geweest op Limburg.

Over Kipster
Kipster lanceerde in 2017 het eerste klimaatneutrale ei ter wereld. De kippen krijgen uitsluitend reststromen uit de voedingsindustrie op hun bordje en de juffers worden zo dier-, milieu- en mensvriendelijk als mogelijk gehouden. De eerste boerderij die in Oirlo staat krijgt twee ‘collega- Kipsters’, stallen die momenteel elders in het land worden gebouwd. Het bedrijf in Venlo staat op het punt internationaal door te breken met overeenkomsten in België en de VS, terwijl in andere landen diverse gesprekken worden afgerond.

Een groeiend bedrijf en een voorbeeld voor anderen. Crossroads Limburg is trots een dergelijk bedrijf in de regio te hebben.

Bron: 1Limburg

StoneCycling uit Venlo is een van tien winnaars van het Oranje Handelsmissiefonds 2019. Het bedrijf krijgt een jaar lang hulp om hun product in het buitenland aan de man te brengen.

Het bedrijf uit Venlo maakt van bouwafval bouwstenen en heeft de ambitie om verder te groeien in het buitenland. Het bedrijf richt zich vooral op het Verenigd Koninkrijk.

Netwerk
StoneCycling is gekozen uit ruim 250 inschrijvingen. Het fonds is een initiatief van ING, KLM, evofenedex, MKB-Nederland en het Ministerie van Buitenlandse Zaken in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Met de prijs willen de initiatiefnemers bedrijven helpen om in het buitenland te groeien. Ze helpen de winnaars met het uitbreiden van hun buitenlandse netwerk.
De winnaars zijn geselecteerd op basis van de kracht van hun product of dienst, ambities en de motivatie om te starten of uit te breiden in het buitenland.

StoneCycling is een mooi voorbeeld van een innovatief bedrijf met groeiambities. Aan goede plannen is meestal geen gebrek in deze regio, maar middelen of een goed netwerk voor het uitvoeren van deze plannen zijn niet altijd voor handen. Crossroads Limburg is dan ook blij met dit initiatief welke ondernemers in staat stelt om te groeien. De regio is hier enorm bij gebaat.

Ondernemer in de spotlight: Paul Smits, Fancom in Panningen

Het in 1978 opgerichte Fancom, met het hoofdkantoor in Panningen, richtte zich al snel na de start behalve op de Nederlandse ook op buitenlandse markten. Dat leverde in 1983 de TROS Aktua Export prijs op voor een in Japan gerealiseerde varkensflat. Ook tegenwoordig onderscheidt Fancom zich vooral als ontwikkelaar van innovatieve automatiseringssystemen voor de veehouderij.

Europa, vertelt directeur Paul Smits, is voor Fancom nog altijd het belangrijkste afzetgebied. Zo’n 50 procent van de omzet wordt daar behaald. “De andere 50 procent wisselt. Rond 2010 waren we bijvoorbeeld heel actief in Rusland. Dat is minder geworden. Dit jaar zijn we heel actief in het Midden-Oosten. In China en Zuid-Amerika zijn we ook al een tijd groeiend.”

Slimme totaaloplossingen
Bij Fancom (tegenwoordig onderdeel van het Amerikaanse bedrijf CTB) in Panningen – er is ook nog een kleinere vestiging in Frankrijk – werken momenteel 110 medewerkers. Veelal actief in de ontwikkeling van nieuwe producten, geeft Smits aan. Hij legt uit wat die producten zoal doen. “Onze producten nemen een aantal stappen van het menselijk handelen over. Door te automatiseren en daarbij rekening te houden met wat de dieren zoal voelen. Denk aan de invloed van het weer, seizoensinvloeden, bepaalde patronen. We observeren dieren en hun omgeving onder andere met sensoren. Die sturen de automatisering aan die weer zorgt voor een optimale situatie in de stal.” Fancom, zegt hij, onderscheidt zich onder meer door totaaloplossingen te bieden. “Slimme oplossingen. Neem een voedersysteem. Wij zorgen er met onze automatisering niet alleen voor dat bijvoorbeeld een trog wordt gevuld, maar dat het voedsel tevens op de juiste wijze wordt gedoseerd.”

Voor die slimme oplossingen zijn slimme mensen nodig. Zijn die, gezien de krapte op de arbeidsmarkt, voldoende beschikbaar? Paul Smits lacht. “Had dat een half jaar geleden gevraagd en ik zou hebben gezegd; geen probleem. Maar we merken dat het steeds lastiger wordt om bijvoorbeeld goede engineers te vinden. We werken wat dat betreft onder meer nauw samen met HAS, Fontys en het mbo-onderwijs in de regio. Bieden stageplaatsen, afstudeermogelijkheden en betrekken studenten bij allerlei interessante projecten.”

Kracht van regionale bedrijfsleven
Want interessante werkplekken met volop carrièremogelijkheden zijn er in de Noord-Limburgse regio zonder meer te vinden, vindt Smits. Dat zou wel wat nadrukkelijker naar buiten mogen worden gebracht, zegt hij. “De kracht van het regionale bedrijfsleven is de doe-mentaliteit, maar we werken nog te weinig samen en profileren ons niet nadrukkelijk genoeg. Ondernemers kunnen elkaar aanvullen. Dat is iets waar Techno Valley naar streeft en dat is ook wat Crossroads Limburg beoogt en wil faciliteren. Kijk naar de ontwikkelingen op de Greenport Campus, kijk naar het krachtige bedrijfsleven hier en vertel daarover. Steeds en steeds weer. Zo trek je goed opgeleide werknemers, maar ook nieuwe ondernemers. Waardoor de regio krachtiger en krachtiger wordt.”


Dit interview is onderdeel van een serie waarbij onderscheidende en innovatieve ondernemers uit de regio aan het woord komen. Deze ondernemers dienen als bewijslast voor de kracht en verscheidenheid van ondernemend Noord-Limburg. Als Crossroads Limburg, de triple-helix organisatie die de brug vormt tussen het regionale bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en overheden in Noord-Limburg, bieden wij deze ondernemers door middel van deze uitgave een podium om zo ook andere ondernemers te inspireren.

Al jaren is er behoefte aan meer praktijkkennis binnen het onderwijs. Daarnaast gaan veel techniekdocenten op vmbo- en mbo-scholen de komende jaren met pensioen. De scholen zijn dringend op zoek naar vervangers; mensen die de praktijk al in de vingers hebben en hun kennis en ervaring graag willen overdragen op de volgende generatie technici. Crossroads Limburg omarmt dit initiatief. Het versterkt de sector en de toekomstige medewerkers.

Ben of ken jij die praktijkprofessional die aankomend technisch talent wil opleiden?

In maart 2020 start de opleiding “Hybride techniekopleider Limburg”. Het is een nieuwe, innovatieve opleiding om de verbinding tussen theorie en praktijk te versterken. Georganiseerd door het bedrijfsleven in samenspraak met de regionale (V)MBO. Voor de enthousiaste praktijkprofessionals die aankomende vakmensen wil opleiden en begeleiden tot de toekomstige professionals in techniek.

Info avonden
In 2019 worden een tweetal informatiebijeenkomsten georganiseerd op onderstaande locaties en data. Tijdens zo’n bijeenkomst kun je meer inzicht krijgen in de diverse mogelijkheden.

Dinsdag 5 november 2019
19.00 – 20.30 uur
Vista College (Arendstraat 12 – 6135 KT Sittard-Geleen)

Donderdag 7 november 2019
19.00 – 20.30 uur
Gilde Opleidingen (Kasteel Hillenraedtstraat 1 – 6043 HA Roermond)

Een initiatief van de Techniekcoalitie
Het project Hybride Techniekopleider in Limburg is een initiatief van de Techniekcoalitie Limburg. Het resultaat van een nauwe samenwerking tussen de technische O&O fondsen (OTIB/A+O Metalektro/OOM/Bouwend Nederland), de participerende Limburgse(V)MBO’s en opleider Fontys. Het project is mede mogelijk gemaakt door de Provincie Limburg.

Meer info vind je op www.techniekcoalitielimburg.nl en in de flyer: klik hier.

Bron: Wij Limburg

Nunhems Nederland heeft de Limburg Export Award 2019 gewonnen. Het bedrijf uit het Midden- Limburgse Nunhem kreeg de voorkeur van de vakjury boven de twee andere finalisten Stamicarbon in Sittard en Fancom in Panningen.

De prijs werd woensdagavond uitgereikt door Joost van den Akker, gedeputeerde Economie en Kennisinfrastructuur van de provincie Limburg, bij Dinnissen Procestechnologie in Sevenum, de winnaar van vorig jaar. Gedeputeerde Van den Akker toonde zich na afloop vol lof over de finalisten en zeker over de winnaar. “Nunhems is een bijzonder internationaal bedrijf dat niet alleen exporteert, maar ook kennis deelt. Een parel in de Limburgse economie.”

De Limburg Export Award is een initiatief van de Export Sociëteit Limburg en werd voor de veertiende keer op rij uitgereikt. Net als voorgaande jaren was er een geldprijs van 10.000 euro en een kunstwerk voor de winnaar. De vakjury koos de drie finalisten uit een shortlist van negen Limburgse bedrijven met elk een heldere, succesvolle exportstrategie en een gezonde bedrijfsvoering.

Winnaar
Nunhems Nederland, opgericht in 1916, is een groentezaadveredelaar voor de professionele telers en groenteketens. Het bedrijf is binnen moederonderneming BASF verantwoordelijk voor alle groentezaad- activiteiten. Nunhems exporteert naar meer dan 100 landen en heeft in 44 landen een eigen organisatie opgebouwd. De afgelopen zeven jaar verdubbelde de export, onder meer door sterke productontwikkeling en de investeringen van 20% van de jaarlijkse omzet in R&D.

De jury kenmerkt Nunhems als ‘een sterk internationaal bedrijf met een lange historie dat innovatieve groenteveredeling vertaalt naar concrete product/markt combinaties. Nunhems speelt actief in op consumentenbehoeftes en specifieke marktmogelijkheden in een continu proces van innovatie en samenwerking in de markt.’

Nunhems bewijst maar weer eens de kracht van het Limburgse bedrijfsleven. Iets waar wij als Crossroads Limburg enorm trots op zijn.

Voor een kleine, open economie zoals Nederland is export één van de belangrijkste aanjagers van de economische groei. Zo ook voor de regio Noord-Limburg. Zo’n 35 tot 40% van de in de regio gerealiseerde toegevoegde waarde blijkt samen te hangen met de export. De exportafhankelijkheid van de regio is daarmee groter dan die van Midden­ en Zuid­-Limburg. Daar hangt 30 tot 35% van de toegevoegde waarde samen met de export.

Het gaat hierbij dus niet zozeer om de waarde van de geëxporteerde goederen als zodanig, maar om de ‘winst’ (bruto toegevoegde waarde) die bedrijven realiseren bij het produceren van goederen en diensten die uiteindelijk worden uitgevoerd.

In 2015 werd vanuit Limburg voor een waarde van € 23,9 miljard aan goederen geëxporteerd. Dit is ongeveer 8 procent van de Nederlandse goederenexport in dat jaar. In vergelijking met het aandeel van het brp van Limburg in de Nederlandse economie is de provinciale economie hiermee relatief exportintensief. De industrie is hiervoor van voornaam belang. In Limburg maakt de export vanuit de maakindustrie ongeveer 43 procent van de totale regionale exportwaarde uit.

Export blijkt dus een belangrijke aanjager te zijn. Vooral de export van goederen vanuit de landbouw, bosbouw en visserij komt voor een groot deel uit Limburg (ruim 20 procent). Ook heeft Limburg een groot aandeel in de Nederlandse export vanuit de sectoren chemie (ruim 12 procent) en vervoer en opslag (11 procent).

Kijkend naar de vier Limburgse campussen blijkt ruim 60 procent van de totale Limburgse export vervoerd te zijn vanuit de gemeenten die worden gerekend tot deze campussen. Het grootste deel hiervan wordt o.a. uitgevoerd vanaf Greenport Venlo in Noord-Limburg (20 procent van de Limburgse export). Een resultaat om als Noord-Limburgse regio trots op te zijn!